Duurzaamheidsvereisten voor bouwproducten in
LEED-certificering
Alle vragen over de naleving van de LEED worden in één oogopslag beantwoord.
De proca LEED-verklaring biedt alle betrokkenen in de bouw een overzicht van hoe eenproduct bijdraagt aan het behalen van een LEED-gebouwcertificering.
Een eenvoudige, gestructureerde en BIM-compatibeleweergave van de vereiste productgegevens zorgt voor duidelijke oriëntatie enplanningszekerheid.
Met proca kunt u ervoor zorgen dat uw productenaan alle relevante eisen voldoen. Dit bespaart tijd, creëert geloofwaardigheiden maakt een transparante presentatie van producteigenschappen mogelijk.
Dit is allemaal mogelijk dankzij onze 100%intelligente en geautomatiseerde dienstverlening.
Versies van de LEED-certificering
LEEDstaat voor 'Leadership in Energy and Environmental Design' en is wereldwijderkend als certificeringssysteem voor duurzame gebouwen. Het LEED-systeem isvan toepassing op alle gebouwtypen en bouwfasen (nieuwbouw, interieur, beheeren onderhoud, en casco).
Voorelke bouwfase dient men een passend beoordelingssysteem te selecteren. Bijnieuwbouw of grootschalige renovaties dient men bijvoorbeeld het LEED BuildingDesign and Construction (BD+C) beoordelingssysteem te hanteren. Dit systeemomvat Nieuwbouw en Core & Shell, evenals specifieke toepassingen voorscholen, retail, horeca, datacenters, magazijnen & distributiecentra, enzorginstellingen. Voor inrichtingsprojecten biedt LEED het Interior Design andConstruction (ID+C) beoordelingssysteem, voor Gebouwbeheer en Onderhoud het O+Msysteem, en diverse andere systemen.
In lijn metandere duurzame bouwcertificeringen streeft LEED naar excellente gebouwen die:
- De impact op klimaatverandering verminderen
- Waterbronnen beschermen en herstellen
- Duurzame en regeneratieve materiaalkringlopen stimuleren
- De gezondheid van gebruikers bevorderen
- Biodiversiteit en ecosysteemdiensten versterken
- De leefbaarheid van de omgeving verbeteren
De LEED-creditszijn als volgt verdeeld: 35% klimaatverandering, 20% gezondheid, 15%waterbronnen, 10% biodiversiteit, 10% groene economie en 5% gemeenschap ennatuurlijke hulpbronnen.
Momenteel zijn er 3 LEED-versies beschikbaar voor gebouwbeoordeling:
Versie 4: Geïntroduceerd in 2013, met focus op prestatiegerichte beoordeling voor meetbare resultaten en optimale gebruikservaring. Deze versie kenmerkt zich door uitgebreide criteria voor materialen, grondstoffen en waterbeheer.
Versie 4.1: Gelanceerd in 2019 als verfijning van de bestaande LEED-beoordelingssystemen. Deze versie legt extra nadruk op energie-efficiëntie, waterbesparing, locatie- en materiaalselectie, daglichttoetreding en afvalreductie.
Versie 5.0: Deze nieuwe versie bevindt zich in de pilotfase en richt zich op cruciale thema's zoals decarbonisatie, ecosysteemherstel, sociale gelijkheid, gezondheid en aanpassingsvermogen.
Op dit moment isVersie 4.1 voor LEED BD+C: Core and Shell beschikbaar via proca. Versie 5 wordttoegevoegd zodra deze officieel wordt uitgebracht.
Creditcategorieën van de LEED-certificering
De volgendecriteria stellen specifieke eisen aan individuele producten en zijn daarom vanbijzonder belang voor fabrikanten van bouwproducten. Bij de berekening vanLEED-credits worden producten verschillend gewaardeerd, afhankelijk van hettype credit. Sommige tellen als 1 product, andere als 1,5 product en enkele als2 producten. Dit komt doordat voor het behalen van punten een bepaald aantalproducten aan de criteria moet voldoen.
Creditcategorie 'Materialen en Grondstoffen'
Binnen dezecategorie zijn verschillende credits relevant op productniveau, waaronder"Environmental Product Declarations", "Sourcing of RawMaterials" en "Material Ingredients".
EnvironmentalProduct Declarations (EPD's)
Dezecredit kent 2 opties.
Optie1 levert 1 punt op indien minimaal 10 verschillende permanent geïnstalleerdeproducten van ten minste drie verschillende fabrikanten beschikken over eenproduct-specifieke type III EPD of een sector-brede type III EPD. Een productmet een product-specifieke type EPD of een sector-brede EPD (met externeverificatie) dat binnen 160 kilometer van de projectlocatie wordt geproduceerd,telt als 2 producten. Een product met alleen een product-specifieke EPD teltals 1,5 product en een product met een sector-brede EPD als 1 product.
Optie 2 beoordeelt de verlaging van het Global Warming Potential (GWP)van het product in vergelijking met conventionele producten en andereimpactcategorieën, wat tot 1 extra punt kan opleveren (maximaal 2 punten voorde EPD-credit). Afhankelijk van de GWP-reductie kan een product als maximaal 2producten worden gewaardeerd.
Sourcing of Raw Materials
Deze credit levert maximaal 2 punten op wanneer producten van ten minste 3verschillende fabrikanten voldoen aan de criteria voor verantwoorde winning enextractie voor minimaal 30% van de kosten van alle permanent geïnstalleerdeproducten. Deze criteria omvatten onder meer het gebruik van bio-basedmaterialen, houtproducten met FSC-certificering of door USGBC goedgekeurdeequivalenten, producten met een bepaald percentage gerecycled materiaal, ofhergebruikte en gerenoveerde producten.
Materialbestandteile
Im Rahmen dieser Gutschrift können innerhalb von 2 Optionen maximal 2 Punkte gesammelt werden. Für Option 1 müssen mindestens 10 Produkte von drei verschiedenen Herstellern eingesetzt werden, die ein Chemikalieninventar der Produkte von mindestens 0,1% (1000 ppm) nachweisen. Dies kann beispielsweise durch ein Cradle-to-Cradle-Zertifikat, ein Declare-Label, Global Green TAG-Label o.ä. nachgewiesen werden.
Für Option 2 müssen mindestens 5 verbaute Produkte von 3 verschiedenen Herstellern ihr Chemikalieninventar nach standardisierten Methoden von mindestens 0,01 Gewichtsprozent (100 ppm) ebenfalls nachweisen . Hierzu zählen dieselben Zertifizierungen und Labels wie bei Option 1. Zusätzlich dürfen keine Stoffe der Zulassungsliste Anhang XIV, der Beschränkungsliste Anhang XVII und der SVHC-Kandidatenliste verwendet werden. Diese Abgleiche mit den REACH-Vorgaben müssen im Rahmen des Stoffinventars auf 100 ppm nachvollziehbar dokumentiert werden.
Kredietcategorie voor de kwaliteit van het binnenmilieu
Binnen deze kredietcategorie zijn er op hun beurt verschillende kredieten die kunnen worden gewaardeerd. Voor proca is er echter maar één relevant: „Low-Emitting Materials”.
Materialen met lage emissie
Afhankelijk van hoeveel productcategorieën voldoen aan de vereisten voor minder chemische verontreinigende stoffen in materialen, kunnen maximaal drie punten worden toegekend. De producten worden beoordeeld op basis van hun productcategorie. Dit zijn verven en coatings, lijmen en kitten, vloerbedekkingen, wandpanelen, plafonds, isolatie, meubels en composiethout. De vereisten variëren enigszins, afhankelijk van de categorie, maar hebben grotendeels betrekking op de onderwerpen VOS- en formaldehyde-emissies en/of -gehalte. Bronnen die van nature geen VOC-emissies produceren, zoals steen, keramiek, glas, enz. krijgen automatisch volledige cijfers.
In de Proca verklaringen van EPEA wordt de LEED-rating in procenten gepresenteerd als een „bijdrage aan het criterium”. Als er bijvoorbeeld maximaal 2 punten kunnen worden toegekend voor het item „Materiële componenten”, zou het resultaat x% van 200 zijn (200 van de 200 gedeeld door volledige punten).
Andere LEED-certificeringscriteria
Naast de hierboven genoemde criteria zijn er ook een aantal criteria waarop bouwproducten een indirecte invloed hebben. Proca voldoet echter niet aan deze criteria. Sommige van deze criteria kunnen echter in de toekomst ook worden opgenomen in de LEED-evaluatie van proca.
Vermindering van het waterverbruik binnenshuis
Dit criterium wordt gebruikt om te bepalen hoe efficiënt commerciële kleppen en apparaten met water omgaan. Het doel is om het totale waterverbruik met 20% te verminderen op basis van een specifieke basiswaarde.
koelmiddelbeheer
Dit criterium heeft tot doel de aantasting van de ozonlaag en het aardopwarmingsvermogen te elimineren door de volledige verwijdering van koelvloeistoffen uit gebouwen of het gebruik van koelmiddelen met een ozonafbrekend vermogen (ODP) van nul en een aardopwarmingsvermogen (GWP) van minder dan 50 te bevorderen.
Vermindering van de impact gedurende de gehele levenscyclus van gebouwen
In het kader van dit criterium moeten gebouwen vanaf de allereerste projectbeslissing een lagere milieuimpact hebben door bestaande bouwbronnen te hergebruiken of door middel van een levenscyclusanalyse een vermindering van het materiaalverbruik aan te tonen.
