Het EU Green Claims-beleid stelt duidelijke richtlijnen voor milieugerelateerde marketingclaims om greenwashing tegen te gaan. Het is geïntroduceerd in 2023 en verplicht vanaf 2026.

Kernpunten
- Wetenschappelijke onderbouwing: Bedrijven moeten hun milieuclaims baseren op wetenschappelijk bewijs.
‍- Onafhankelijke verificatie: Claims moeten worden geverifieerd door onafhankelijke derden.
‍- Beperking van vage termen: Het gebruik van termen als "milieuvriendelijk", "ecologisch", "groen", "duurzaam" of "recyclebaar" wordt strenger gereguleerd.
‍- Specifieke eisen voor emissiesclaims: Claims over de compensatie van broeikasgasemissies moeten aan specifieke voorwaarden voldoen.
‍- Meetbare doelstellingen: Uitspraken zoals "30% minder uitstoot" of "50% minder plastic in 2030" moeten duidelijk en verifieerbaar zijn.

Dit beleid zorgt voor meer transparantie en betrouwbaarheid in milieuclaims, wat consumenten helpt bij het maken van geïnformeerde keuzes en bedrijven stimuleert om daadwerkelijk duurzamer te opereren.

EU-richtlijn die de duurzaamheidsrapportage van bedrijven reguleert is sinds 5 januari 2023 van kracht. Deze richtlijn breidt de reikwijdte van duurzaamheidsrapportage aanzienlijk uit.

‍Implementatiefasen
1. Vanaf 1 januari 2024
- Grote bedrijven die al onderhevig zijn aan niet-financiële rapportageplicht
- Bedrijven met meer dan 500 werknemers

2. Vanaf 1 januari 2025
- Overige grote bedrijven
- Ondernemingen die voldoen aan 2 van de 3 criteria:
Meer dan 250 werknemers
Meer dan €40 miljoen omzet
Meer dan €20 miljoen balanstotaal

3. Vanaf 1 januari 2026
- Beursgenoteerde MKB-bedrijven
- Kleine en niet-complexe kredietinstellingen
- Captive verzekeraars

‍Vereisten voor fabrikanten van bouwproducten
1. Transparantie
- Gedetailleerde openbaarmaking van duurzaamheidspraktijkenInzicht in productieprocessen en -methoden
2. Materialiteitsanalyse
- Grondige analyse van bedrijfsactiviteiten en hun impact
- Toepassing van het dubbele materialiteitsprincipe: impact van het bedrijf op duurzaamheid, impact van duurzaamheidsaspecten op het bedrijf

‍Specifieke rapportagecategorieën voor de maakindustrie
1. OREN E1 en E5
- CO2-uitstoot en klimaatbeschermingsmaatregelen
- Gebruik van grondstoffen
- Bevordering van de circulaire economie

2. Aanvullende openbaarmakingsvereisten
- E2: Gehalte aan verontreinigende stoffen
- E3: Waterverbruik en -management

Deze richtlijn draagt bij aan een uitgebreidere en meer gestandaardiseerde duurzaamheidsrapportage, wat resulteert in betere vergelijkbaarheid en transparantie binnen de EU-markt.

EU-Richtlijn inzake due diligence op het gebied van duurzaamheid van bedrijven (CSDDD)

De richtlijn, die sinds 2023 van kracht is, bevordert een duurzamere economie door te focussen op verantwoordelijkheid en transparantie in bedrijfsvoering.

‍Toepassingsgebied (vanaf 2024)
‍De richtlijn geldt voor:
- Grote bedrijven
- Beursgenoteerde ondernemingen
- Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's)

‍Belangrijkste verplichtingen:
‍
1. Risicoanalyse (Artikel 6)
- Identificatie en beoordeling van mensenrechten- en milieurisico's in toeleveringsketens
- Systematische aanpak van risicobeheer

2. Duaal materialiteitsbeginsel (Artikel 7)
- Analyse van negatieve effecten van bedrijfsactiviteiten op mens en milieu
- Beoordeling van potentiële risico's voor bedrijfsprestaties

3. Rapportage (Artikel 8)
- Regelmatige verslaglegging over genomen due diligence-maatregelen
- Transparante communicatie over vooruitgang en uitdagingen

4. Preventie (Artikel 4)
- Proactieve maatregelen om mensenrechtenschendingen te voorkomen
- Implementatie van preventieve controlesystemen

5. Mitigatie (Artikel 5)
- Concrete acties om negatieve milieu-impact te verminderen
- Ontwikkeling van effectieve mitigatiestrategieën
‍
Deze richtlijn stimuleert bedrijven om proactief verantwoordelijkheid te nemen voor hun impact op mens en milieu, en draagt bij aan een meer duurzame en transparante bedrijfsvoering binnen de EU.

De verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR) vormt een kernonderdeel van de Europese Green Deal. Deze verordening is specifiek gericht op het bevorderen van duurzaamheid en de ontwikkeling van een circulaire economie.

1. Doelstellingen
‍Versterking van de circulaire economie binnen de EUVerlenging van de levensduur van producten
Stimulering van duurzame productinnovatie
Vermindering van milieu-impact in de volledige productlevenscyclus

2. Systematische aanpak
‍Ontwikkeling van specifieke duurzaamheidseisen per productcategorieInvoering van meetbare prestatiecriteria
Harmonisatie van productnormen binnen de EU
Bevordering van transparantie in de toeleveringsketen

3. Digitale Productpaspoorten (DPP) vanaf 2026
‍Digitale beschikbaarheid van duurzaamheids- en milieu-informatieIntegratie met gegevens uit de Construction Products Regulation (CPR)
Traceerbaarheid van materialen en componenten
Toegankelijkheid voor alle belanghebbenden in de waardeketen

4. Cradle to Cradle (C2C) Certified® en ESPR-compliance
‍C2C Certified® biedt een erkende methodologie voor ESPR-naleving
Gestandaardiseerde aanpak voor duurzaam productontwerp
Ondersteuning bij certificeringsprocessenEen handleiding is beschikbaar voor implementatie, download hier.
‍