Na gebruik komt textiel meestal in de inzameling van gebruikte kleding of bij het huishoudelijk afval terecht. In de praktijk betekent dit dat de producten in het gunstigste geval na één of twee keer recyclen alsnog in de afvalverbranding, de stortplaats of ons milieu terechtkomen. Minder dan 1% van het textiel wordt momenteel weer tot textiel verwerkt. Enorme hoeveelheden waardevolle grondstoffen gaan verloren.
Bovendien verspreidt het energie-intensieve textielveredelingsproces chemicaliën in lucht, water en bodem, die daar verontreinigingen veroorzaken. Tijdens de gebruiksfase komen microvezels uit textielen vrij die leiden tot microplastics in zoetwater, zeeën en in de bodem. Met een aandeel van 60% synthetische vezels is de textielindustrie de derde grootste verwerker van kunststoffen na de bouwsector en de verpakkingsindustrie.
De textielindustrie staat in een negatief daglicht in deze tijden van verhitte klimaatdebatten en een toenemend bewustzijn van de schaarste aan grondstoffen. De industrietrend ‘fast fashion’, creëert een neerwaartse spiraal en vergroot juist de grondstof- en klimaatproblematiek.